Wat kost wantrouwen?

december 2022

‘Laatst woonde ik een vrolijke theatervoorstelling bij, georganiseerd door de ouderraad, waarin ons als ouders werd geleerd hoe we onze tieners kunnen motiveren. Of nog liever: voorkomen dat we ze demotiveren. Drie vlotte acteurs improviseerden erop los en lieten zich bijsturen door tips uit het publiek. Het recept volgens de theatergroep: voor motivatie heb je verbinding, competentie en autonomie nodig. Om gemotiveerd te zijn moet je je verbonden voelen met zowel het thema als de personen met wie je leert en werkt, het mag niet te moeilijk of te makkelijk zijn en je moet de ruimte ervaren om dingen te doen, op jouw manier. De kaders en het doel moeten dus ook helder zijn.

Vertrouwen

Wat ik mis in dit rijtje is vertrouwen. Vertrouwen geven en krijgen, van anderen en in jezelf. En dat is iets waar onze maatschappij niet gul mee lijkt te zijn. De toeslagenaffaire leek de roep om meer vertrouwen breder te maken, maar helaas.

Fraude

Regelmatig lees ik over de opsporing van fraude door zorgverzekeraars, waarvan bijvoorbeeld trots wordt gemeld dat het in 2021 om een totaal van 649 gevallen en 17 miljoen euro ging. Een miniem bedrag, als je je realiseert dat de totale zorgkosten zo’n 50 miljard zijn. Hieraan werken alleen al bij het IKZ (Informatie Knooppunt Zorgfraude) 22 mensen, lees ik in het jaarbeeld van 2021. Ook elke zorgverzekeraar heeft hier mensen op zitten. Van de verdenkingen waarmee ze aan de slag gaan, blijkt maar 60% volgens de criteria fraude genoemd te worden. Vals alarm in 40% van de gevallen dus. Ik gok dat alle tijd van zorgprofessionals die gaat zitten in hieraan gerelateerde administratieverplichtingen een veelvoud kost van de miljoenen aan fraude die worden gevonden. Over de daling van het aantal meldingen, die voor het tweede jaar op rij is te zien, lees ik: “Dat wil overigens niet zeggen dat er ook minder gefraudeerd wordt.” Wat zou er dan worden gezegd als het aantal meldingen steeg? Het lijkt wel of we hoe dan ook van een drang tot fraude bij zorgverleners moeten uitgaan. Wantrouwen is het uitgangspunt.

Formulieren en voorwaarden

Iets gelijkaardigs speelt zich af bij stichtingen met een ANBI-status. Deze kunnen gebruikmaken van belastingvoordelen bij schenken, omdat ze een maatschappelijk doel dienen. Stichtingen met deze status worden gecontroleerd door de Belastingdienst. FNO heeft deze status ook, zodat we bij subsidies niet 21% van het bedrag hoeven in te houden als btw, maar de volle 100% kunnen schenken. Vanwege het wantrouwen dat het uitgangspunt lijkt te zijn bij de controle die de Belastingdienst moet uitvoeren, neemt het aantal in te vullen formulieren en voorwaarden steeds verder toe. Het is niet duidelijk wat hierdoor volgens de bedenkers verbetert of welk probleem dit oplost. Wat wel zeker is, is dat alle tijd en aandacht die gaat naar het nog weer eens anders invullen en presenteren van jaarcijfers en andere zaken die, naast de Belastingdienst, geen van onze stakeholders interesseren of vooruithelpen, niet kan gaan naar het impact maken voor mensen in kwetsbare situaties. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Ook in intermenselijke relaties kost wantrouwen veel meer dan het oplevert. Ik oefen hier op het werk en thuis dapper mee verder. Van mijn adolescente zonen krijg ik de boodschap dat ik vooral moet doorgaan met oefenen…’

Ann Kusters
Directeur/bestuurder FNO

Meer geleerde lessen?