Mentale gezondheid voor studenten, dóór studenten

Sandra: ‘Voor mij begon het project met het werven van de ambassadeurs, samen met studieloopbaanbegeleiders. Onze focus lag op het samenstellen van een diverse club. Iemand die cultuursensitief is of iemand die juist hoogsensitief is, vroeg ik dan om mee te denken. Dit is ook goed voor het zelfvertrouwen van de studenten, als hun eigenschappen gezien worden als een meerwaarde.’

Jae: ‘Vanwege mijn mentale gesteldheid ben ik bijna een jaar niet naar school geweest. Daarvoor heb ik me vaak niet echt gesteund gevoeld. Toen ik weer terug was, zag ik een van die posters hangen. Meteen dacht ik dat dit mijzelf of iemand anders in dezelfde situatie zou kunnen helpen. Nog dezelfde dag heb ik me opgegeven om ambassadeur te worden.’

Sandra: ‘Toen we eenmaal een groepje hadden samengesteld van ongeveer zes studenten, werden zij geïnformeerd over mentale gezondheid. Zo kregen ze voorlichting van 113 Zelfmoordpreventie. Leren over angst en over hoe het lichaam daarop kan reageren. Daarna zijn we de verdieping ingegaan. Je kan als ambassadeurs wel van alles bedenken, maar hoe haal je nou die input op bij je medestudenten?’

Jae: ‘Voor we begonnen met input verzamelen, hebben we gekeken naar welke landelijke cijfers al bekend waren over hoe het gaat met studenten. Deze informatie zijn we gaan vergelijken met de gesteldheid van het Astrum College. Dit deden we met anonieme enquêteformulieren die we lieten invullen door leerlingen van alle leeftijden en opleidingen. De reacties waren heel verrassend. Sommige respondenten maakten er een grapje van, maar dat zegt ook iets. Op deze manier leerden we dat het Astrum College niet uniek is en de cijfers overeenkomen met wat landelijk was vastgesteld.’

Samen bewustzijn creëren

Jessie: ‘Ik ben pas later aangesloten omdat ik toen startte met werken bij ECIO. De GeestKracht-school werd mijn eerste project. De pilot op het Astrum was toen al een half jaar onderweg. Hiernaast begeleidde ik nog vijf andere scholen. Wat ik mooi vond om te zien was de totstandkoming van het logo. Hiervoor werkten de ambassadeurs samen met vormgeving-studenten binnen Astrum, die het dan ook echt als formele opdracht kwamen pitchen. Op die manier zijn er supermooie posters gemaakt met QR-codes, wat echt aansluit bij de studenten. Hoe Jae hier invulling aan heeft gegeven, vind ik bijzonder. Hij heeft veel ervaring met design, dus in die zin was Jay de expert. Ik vond bijvoorbeeld iets met bloemen mooi, maar toen zei Jae dat het veel te complex was. Een logo moet je kunnen onthouden en zo helder zijn dat je het kunt natekenen.’

Sandra: ‘Bij het ontwikkelen van de gebedsruimte, zag je ook heel duidelijk hoe belangrijk het was dat dit door studenten zelf werd opgepakt. Meestal zie je dat zo’n initiatief door studenten wordt bedacht en vervolgens door docenten wordt uitgevoerd. Dan wordt het vaak iets anders dan de bedoeling was. Doordat studenten ook bij de uitvoering betrokken zijn, heb je meer draagvlak. Zij promoten hun eigen werk en zijn uiteindelijk supertrots. Maar de mooiste opbrengst vind ik de communicatie tussen de ambassadeurs. De onderlinge verbinding van verschillende mensen die samen open en kwetsbaar durven zijn en elkaar ondersteunen om iets gedaan te krijgen.’

Jae: ‘Het belangrijkste is dat we nu bij docenten veel meer bewustzijn hebben gecreëerd. Sindsdien weten zij beter hoe ze rekening moeten houden met studenten en valt het ze eerder op als er iets met ze is. Dat deden we onder andere met presentaties over dit onderwerp, waarbij ik heb geholpen om de PowerPoint te maken. Hierin hebben we de nadruk gelegd op de info uit de enquêtes, waarin de ernst van de situatie naar voren kwam. Ze waren geschrokken van hoeveel studenten kampen met suïcidale gedachten. Veel docenten hadden dat helemaal niet door. Ze dachten: bij ons op school hebben we dat niet. We gaven ze ook feedback over hoe wij als studenten onze docenten ervaren. Volgens mij was dat voor veel docenten een verhelderend inzicht.’

Studenten op het podium

Jessie: ‘Wanneer we een bijeenkomst organiseren met het Landelijk Netwerk Studentenwelzijn, is het veel krachtiger om een student aan het woord te laten. Wij als professionals kunnen wel wat vertellen, maar als Jae vertelt valt meteen de hele zaal stil. Die echtheid maakt impact. De mondige student valt sowieso wel op, dus is het extra belangrijk om iemand die normaal gesproken wat minder op de voorgrond treedt een podium te geven.’

Jae: ‘Voor zoveel mensen staan vond ik telkens weer doodeng. Ik vond het zelfs zo spannend dat ik een keer bijna flauwviel. Nu heb ik gelukkig een angstmedicijn dat ik in zulke situaties kan nemen. Maar ik hoop ook dat door dit meer te doen, ik dit langzaam minder eng ga vinden. Het is goed om achteraf complimenten te horen over mijn optreden. Het geeft zelfvertrouwen om te weten dat ik mensen echt weet te raken ondanks mijn angst.’

Jessie: ‘Sorry voor alle angst die ik je heb aangedaan, Jae! Ik hoop dat je er toch ook een beetje van hebt genoten?’

Jae: ‘Zeker wel! Door die feedback heb ik me ook gerealiseerd dat er veel meer onderwijsmensen zijn die dit belangrijk vinden. Want ik zag Jessie en Sandra echt als een uitzondering. En ze zijn zeker speciale mensen. Maar dat er ook meer mensen om geven, merkte ik toen pas écht. Toekomstige ambassadeurs zou ik willen meegeven dat je jouw bijdrage niet moet onderschatten. Hoe klein het ook is: ieder handje dat je geeft, heeft effect. Je hoeft er niet heel veel voor te kunnen. Het gaat erom dat je het überhaupt probeert.’

Hoe nu verder?

Sandra: ‘Na deze pilot vinden we het belangrijk om verder te gaan met wat we hiermee hebben opgebouwd. Langzaamaan wordt het eerste groepje ambassadeurs vervangen en aangevuld met nieuwe ambassadeurs. Daarin is het weer een uitdaging om een diverse club mensen samen te stellen. Met deze diversiteit als norm, leg je een goede basis voor een brede vertegenwoordiging. Jae is ook betrokken bij de werving, door bijvoorbeeld mee te helpen de mail voor de studieloopbaanbegeleiders op te stellen. Hij komt ook in klassen spreken om zo meer bekendheid aan GeestKracht te geven. Zo zorgen we ervoor dat dit echt een breedgedragen begrip blijft binnen de school.

Ik vind het belangrijk dat mijn ambassadeurs gezien en gewaardeerd worden in hetgeen wat ze doen in hun vrije tijd. Maar ook dat het thema studentenwelzijn onder de aandacht komt. Daarom hebben we als ECIO samen met het programma GeestKracht van FNO een inspiratiebundel aan de Tweede Kamer aangeboden. Mijn boodschap aan scholen is dat het in je eentje als docent niet lukt. Je hebt echt studenten nodig. Daar zullen we naartoe moeten, want anders krijgt studentenwelzijn niet de aandacht die het verdient.’

 

Foto header: op 25 april sprak de Tweede Kamer over mentale gezondheid in het onderwijs. Ter voorbereiding op dit debat bracht Joyce van der Wegen (ECIO) samen met ervaringsdeskundige jongeren een bezoek aan Kamerleden om hen aanbevelingen en goede voorbeelden mee te geven.

Lees verder

Meer weten over GeestKracht-scholen?