Wat werkt er om de ervaren gezondheid van gezinnen in een kwetsbare situatie te bevorderen? In Samen Kansrijk en Gezond wordt dit in de verschillende gebieden in het land onderzocht met participatief actieonderzoek. Dit onderzoek wordt in co-creatie opgezet en uitgevoerd, zodat het op maat is voor ieder gebied en nauw aansluit bij wat nodig is. Dus samen met de gezinnen, de professionals en lokale organisaties zoals gemeenten, welzijns- en bewonersorganisaties én in nauwe samenwerking met het gezinspanel en het programmateam van Samen Kansrijk en Gezond.
De onderzoekers faciliteren en evalueren wat er gebeurt in een gebied, bijvoorbeeld een nieuwe werkwijze van professionals, integrale samenwerking en activiteiten in een wijkcentrum. En ook veranderingen in (lokaal) beleid of financieringsvormen. Dit is nodig om ook op langere termijn aan te sluiten bij de behoefte van de gezinnen.
Dit doen de onderzoekers met verschillende methoden, zoals co-creatie-sessies en een toolbox. De toolbox bevat weer verschillende werkwijzen, zoals een ‘world-café’ en een ‘coordinated action checklist’. Ook stellen ze een basis-vragenlijst samen, met daarin onder andere de vraag naar ervaren gezondheid. Ervaringsdeskundigen, professionals en onderzoekers bepalen samen welke vragen belangrijk zijn en hoe deze geformuleerd worden, zodat ze makkelijk te begrijpen zijn.
Twee van de betrokken onderzoekers, Anner Bindels, onderzoeker en adviseur bij ZINZIZ, en Annemarie Wagemakers, universitair hoofddocent Gezondheid en Maatschappij aan de Wageningen Universiteit, vertellen meer over hun rol binnen Samen Kansrijk en Gezond en wat zij het afgelopen jaar hebben geleerd.
Annemarie Wagemakers: ‘Door onderzoek te doen zorg je dat de oplossingen bijdragen aan de praktijk. Uiteindelijk zorg je hiermee dat professionals werk kunnen verrichten dat in lijn is met de behoefte van de gezinnen, zodat de ervaren gezondheid verbetert.’
Anner Bindels: ‘Doordat we allerlei mensen betrekken bij de plannen – van de gezinnen tot aan beleidsmakers – creëer je participatie bij alle belanghebbenden. De oplossingen sluiten niet alleen beter aan bij de praktijk, je legt ook het fundament voor een duurzame vorm van samenwerking tussen deze partijen. Je doet het echt samen.’
AB: ‘Allereerst zorgen wij ervoor dat er over de gebieden heen wordt geleerd. We kijken verder dan één project. En als je dan vanuit een onderzoeksbril kijkt, krijg je dingen boven tafel die anders verborgen blijven.’
AW: ‘We maken de effecten inzichtelijk. Ook de kleine dingen die van invloed zijn op ervaren gezondheid! Bijvoorbeeld dat iemand meer kan participeren in de samenleving. Door alle effecten inzichtelijk te maken krijg je een veel vollediger beeld van wat werkt.’
AB: ‘Per gebied is er een casemanager – dat ben ik bijvoorbeeld voor de Schilderswijk. Als casemanager sta je in contact met het gebied. Dáár zit de kennis en expertise van wat werkt en hoe je het kan aanpakken. Als je wil leren, moet je echt bij de gezinnen zijn. Die moeten gehoord en betrokken worden. Samen met de projectleider verbinden we vervolgens de rest van het onderzoeksconsortium.’
AW: ‘De casemanager werkt echt samen mét de gebieden in het land. Ik luister naar wat er speelt en denk mee: wat hebben ze nodig en hoe kunnen we activiteiten en effecten inzichtelijk maken? Het is meer dan data ophalen. Het is in co-creatie het onderzoek vormgeven en oplossingen bedenken.’
AB: ‘Het is zeker anders dan het beeld van de onderzoeker die achter een glazen wand zit en zo min mogelijk factoren wil beïnvloeden om het effect te kunnen meten. Wij werken actief mee aan oplossingen.’
AW: ‘Het wordt wel meer gedaan, maar binnen dit programma is er veel ruimte om dit te doen. We kunnen met elkaar ontdekken wat we het beste kunnen doen en in kaart brengen welke effecten er zijn. Alle effecten – van gewenst tot ongewenst, voorzien tot onvoorzien. Het is heel open, wat ruimte voor creativiteit geeft. Zo kun je écht duidelijk krijgen wat mensen nodig hebben en daarop aansluiten.’
AB: ‘Bovendien is Samen Kansrijk en Gezond een langetermijnprogramma van tien jaar. Je hebt de tijd om alles goed uit te zoeken en het met elkaar voor elkaar te krijgen. Meestal zit er meer druk op een programma, is er een deadline die snel nadert. Maar doordat we nu de tijd hebben, komt participatief actieonderzoek meer tot zijn recht. Je zit samen in een proces.’
AW: ‘Participatief betekent dat je ook moet zoeken naar de rolverdeling en verhoudingen. Als we bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen inschakelen, welke rol hebben die dan? Wie is waarvoor verantwoordelijk en wat wordt van iedereen verwacht?’
AB: ‘Er zijn veel spelers en er gebeurt veel op iedere laag – gezin, professional, programma, beleid… Daarom is het lastiger om alles mee te krijgen. De uitdaging is dan om met de middelen die je hebt, zo goed mogelijk alle informatie op te halen. En dat op zo’n manier dat uiteindelijk zoveel mogelijk mensen hiervan kunnen leren. Van de gezinnen zelf tot beleidsmakers die helemaal niet bij dit programma betrokken zijn. Daarbij moet je ook de juiste vorm zien te vinden om de informatie op te halen. Het kost energie, maar geeft dat gelukkig nog veel meer.’
AW: ‘De inzet van ervaringsdeskundigen is cruciaal. Daarom wordt dit geborgd in alle activiteiten, in het programma zelf én in het onderzoek. Er zijn ervaringsdeskundigen die werken in de gebieden, we hebben een ervaringsdeskundige die meedenkt met ons als onderzoekers en FNO heeft een panel met ervaringsdeskundigen. Zij leveren een enorm waardevolle bijdrage. We bespreken met ervaringsdeskundigen de instrumenten en methoden die we ontwikkelen en inzetten. En we krijgen van hen veel nuttig advies – gevraagd en ongevraagd. Daarnaast onderzoeken we ook wat het samenwerken met ervaringsdeskundigen met het onderzoek en de gebieden doet.’
AB: ‘Je merkt dat het ook hard nodig is om de gezinnen zelf te betrekken. Als onderzoekers proberen wij natuurlijk data te verzamelen, maar ik merk dat bij veel gezinnen zorgen leven over wat er gebeurt met hun gegevens. De onderzoekers zien zij dan als onderdeel van die “enge” overheid. Het is een ontzettende uitdaging om dat weg te nemen. Maar uiteindelijk merk je dat, hoe meer vertrouwen je krijgt, hoe meer je van elkaar kan leren.’
AW: ‘Het contact leggen kost tijd. Zeker omdat we startten in coronatijd. Maar toen we laatst bij elkaar kwamen met de kartrekkers in Tilburg, hadden we meteen een constructieve discussie. Je zit al snel op een lijn. Ieders betrokkenheid zorgt dat het nu echt gaat stromen.’
AB: ‘Ik heb ontzettend veel lol in de creatieve werkvormen en ik vind het vooral mooi om te zien dat alles soms ineens bij elkaar komt. Er gaat een heel proces aan vooraf, maar laatst hebben we samen met de projectgroep in de Schilderswijk de veelheid van wat ze doen in de veranderpaden in de verandertheorie kunnen vangen. En dan merk je dat het voor iedereen klopt.’
De andere onderzoeksinstituten die meedoen aan het programmaonderzoek zijn Significant APE en Pharos. Wil je meer weten over het onderzoek? Neem contact op met Katinka Visscher: 06 145 363 37
Meer Samen Kansrijk en Gezond