'Onderzoek aard en omvang ggz-problematiek in het mbo'

Onderzoek aard en omvang ggz-problematiek in het mbo

Omschrijving

Het middelbaar beroepsonderwijs is een grote onderwijssector met 500.000 studenten. Een deel daarvan zijn jongeren (tot 18 jaar), maar het merendeel zijn (jong)volwassenen. In 2014 is passend onderwijs geïntroduceerd in het mbo. Het doel was om studenten met een extra ondersteuningsbehoefte beter te bedienen, zodat ook zij een succesvolle studieloopbaan hebben.

Van alle jongeren die extra ondersteuning krijgen in het mbo heeft naar schatting ruim een kwart te maken met een vorm van psychische problematiek, uiteenlopend van stoornissen, gedragsproblematiek tot psychosociale problemen.

Op verzoek van FNO voerde KBA Nijmegen een kort onderzoek uit naar de aard en omvang van de problematiek in het mbo, onder meer door cijfers en bestaande kennis op een rij te zetten, door interviews met betrokken organisaties en gesprekken met professionals in het mbo zelf.

Doel

Het onderzoek moest antwoord geven op de volgende vragen:

  • Wat is de aard, ernst en omvang van de psychische problematiek waarmee studenten in het mbo te maken hebben?
  • Hoe ziet de specifieke context van het mbo eruit? Wat zijn de belangrijkste beleidskaders?
  • Wat zijn relevante aanpakken/werkwijzen? Hoe verloopt de samenwerking/afstemming met de Jeugdhulp en ggz?
  • Wat zijn de belangrijkste knelpunten op schoolniveau en op studentniveau?

Onderzoeksrapport

Download het rapport ‘Studeren met psychische problemen in het mbo’ (pdf)

Activiteitgegevens

Organisatie

KBA Nijmegen

Projectleider

T. Eimers

© 2024 FNO