Datum
11 mei 2020
Vanaf 11 mei zijn de basisscholen in Nederland weer open. Voor veel jongeren positief nieuws, maar het leidt ook tot extra zorgen bij jongeren met een chronische aandoening. Op 29 april debatteerde de Tweede Kamer met ministers Slob en Van Engelshoven over onderwijs en corona. In aanloop naar het debat vroeg het Jongerenpanel ZeP aandacht voor de zorgen over extra risico’s én de kansen voor de toekomst. Kamerleden namen de zorgen van het Jongerenpanel serieus en vroegen meer duidelijkheid van de ministers.
Het Jongerenpanel geeft aan een dubbel gevoel te hebben over het terugkeren naar school. Daarom vraagt het panel om duidelijkheid over de risico’s voor jongeren met een chronische aandoening. In de uitingen van het RIVM wordt gesteld dat er bij kinderen geen specifieke risicogroepen zijn die rechtvaardigen om er apart naar te kijken, maar het RIVM stelt ook dat kinderen met ernstig overgewicht en/of suikerziekte wel een groter risico hebben op een ernstig verloop van COVID-19. Jongeren willen graag weer naar school, maar willen zich ook veilig voelen.
Verschillende Kamerleden vragen tijdens het debat aan de minister om duidelijkheid te scheppen. De minister geeft aan dat als je klachten hebt of in een risicogroep valt je niet naar school hoeft. Ouders die het niet zien zitten om hun kinderen naar school te brengen, hoeven dat ook niet te doen. Voor vragen kunnen ouders en leerlingen terecht bij de GGD. De minister geeft aan nauw contact te houden met ouders via Ouders & Onderwijs.
Daarnaast roept het Jongerenpanel op om de innovatiekracht en flexibiliteit ook na de crisis door te zetten. Het volgen van lessen, maken van toetsen en contact met leerkracht of zorgcoördinator kan nu allemaal online. Om dit soort maatwerk vragen jongeren met een chronische aandoening al heel lang. De crisis laat zien dat er veel mogelijk is.
Kamerlid Van Meenen (D66) gaf aan dat alle leerlingen nu eigenlijk thuiszitters zijn. Hij roept de ministers op om na de crisis te zorgen dat ook deze leerlingen weer mee kunnen doen. Het is namelijk niet de bedoeling dat iedere leerling met een chronische aandoening thuis komt te zitten en online les moet gaan volgen. Deze crisis moeten we aangrijpen om een stap dichter bij inclusief onderwijs te komen.
Een aantal Kamerleden roept de minister dan ook op om de lessen die nu worden geleerd vast te houden en bijvoorbeeld te blijven inzetten voor de aanpak van thuiszitters. De motie hierover van Kamerlid Westerveld (GroenLinks), samen met de SP, PvdA, PvdD, VVD en D66 is unaniem aangenomen.