Datum
6 januari 2020
‘Laten we voor de toekomst vooral het gesprek met elkaar blijven aangaan over wat nodig is om jongeren met een chronische aandoening chronische aandacht te geven.’ Dat stellen minister De Jonge (VWS) en minister Van Engelshoven (OCW) in reactie op het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut over de omvang en impact van een chronische aandoening bij jongeren in Nederland. Dat is hard nodig, want uit het rapport blijkt dat een op de vier jongeren een chronische aandoening heeft en dat de impact op hun leven groot is. Het Jongerenpanel Zorg én Perspectief vroeg daarom een reactie van het kabinet.
Het kabinet laat weten de afgelopen jaren stappen te hebben gezet, mede naar aanleiding van de gesprekken met het Jongerenpanel. Zo moedigt minister Van Engelshoven onderwijsinstellingen aan om de overdracht goed te regelen en stelt zij een informatiepunt in, in de vorm van een website voor mbo- en ho-studenten. Minister Koolmees (SZW) onderzoekt de uitbreiding van de no-riskpolis zodat werkgevers jongeren met een chronische aandoening makkelijker kunnen aannemen. Minister De Jonge investeert in de implementatie van de Kwaliteitsstandaard Versterken Transitiezorg.
Het Jongerenpanel is blij dat jongeren met een chronische aandoening op de kaart staan bij beleidsmakers in Den Haag, maar blijft ook kritisch. Voorzitter Femke van Zoggel: ‘Jongeren met een chronische aandoening geven hun leven een lager cijfer en hebben minder vertrouwen in de toekomst dan gezonde leeftijdsgenoten. De verschillen zijn nog te groot. Een “tipkaart” voor praktijkbegeleiders gaat jongeren niet aan het werk helpen en integrale ondersteuning bij het participeren met een chronische aandoening betekent voor een jongere écht iets anders dan voor iemand die al wat ouder is.’
Voor het Jongerenpanel is het duidelijk: meer concrete acties zijn nodig. De oproep van de ministers om in gesprek te gaan grijpen we dan ook van harte aan!