Het eerste wat Maryama (20) opviel toen ze in Nederland aankwam was hoe koud het was. En dat iedereen zo anders gekleed ging. Ze was 9 jaar toen ze samen met haar zus en broertje uit Somalië vluchtte. Hun vader leefde niet meer, hun moeder zou hen achterna reizen, maar dat lukte niet. ‘Ik heb haar sindsdien niet meer gezien,’ vertelt Maryama. ‘Ik weet hoe moeilijk het is om je familie achter te laten.’

Niets anders dan oorlog

Ze woonden een paar maanden in een asielzoekerscentrum, en daarna in vier verschillende pleeggezinnen. Ondertussen droegen Maryama en haar zus en broertje ook hun ervaringen uit Somalië met zich mee. ‘We hebben daar niets anders gekend dan oorlog. In Nederland waren we veilig, we hadden onderdak, we gingen naar school. Maar om je echt rustig te voelen helpt het niet als er onzekerheid is over je verblijfsvergunning en je steeds weer moet verhuizen naar een andere familie.’

Het meeste alleen

Via Stichting Nidos, die optrad als hun voogd, hadden ze een periode gesprekken met een psycholoog. Verder kreeg ze weinig begeleiding, vertelt Maryama. ‘Op mijn twaalfde heb ik zelf op internet zitten zoeken welke middelbare school ik kon kiezen. Leren voor de citotoets, bedenken welke vakken ik wilde doen, huiswerk maken; ik deed het meeste alleen. Daar leer je wel veel van, ik ben er heel zelfstandig door geworden. Maar het is niet altijd leuk.’ Ze werden goed opgevangen in de pleeggezinnen, maar doordat ze zo vaak zijn verhuisd, voelde nergens echt als thuis. ‘Ik heb veel respect voor mijn pleegouders, met de meeste heb ik ook nog contact. Maar je bent niet hun eigen kind. Gelukkig had ik mijn zus en broertje hier in Nederland bij me.’

Nooit opgeven

Maryama hoopt dat ze via Team GeestKracht iets kan betekenen voor jongeren in een vergelijkbare situatie. ‘Ik heb tot nu toe een paar keer meegedacht over werk en opleiding voor jonge statushouders. Als ik met mijn eigen ervaring andere mensen kan helpen, dan doe ik het graag. Ik hoop dat ik ze kan motiveren om nooit op te geven, om dóór te gaan.’

'Ik heb tot nu toe een paar keer meegedacht over werk en opleiding voor jonge statushouders.'