Honderd beoordelingen

Als programmasecretaris van Klein Geluk ben ik verantwoordelijk voor de subsidierondes, van begin tot eind. Is de calltekst duidelijk, staat alles goed op de website? Na afloop van een call beoordeel ik de projectaanvragen en de toegekende projecten volg ik nauwkeurig. De afwisseling maakt het heel leuk. Soms is het rustig en soms is het druk. Honderd projectaanvragen in korte tijd beoordelen is even veel werk, maar geeft ook een gezonde spanning.

Eén euro teveel

Dit is niet mijn eerste betaalde baan, maar wel mijn eerste betaalde baan na een lange tijd van onbetaald werken. Ik ben 80 tot 100 procent afgekeurd en heb sinds mijn 21e een Wajong-uitkering. Maar ik heb me er nooit door laten weerhouden om te werken, tot een jaar of tien geleden.

Een Wajonguitkering en daarnaast werken, was altijd oppassen geblazen. Wanneer ik één euro teveel verdiende, moest ik de helft van de uitkering terugbetalen. Bovendien had ik toen jonge kinderen en ging het met mijn gezondheid minder goed. Ik ben vrijwilligerswerk gaan doen. Gelukkig gaat het nu veel beter én is het beter geregeld: werken naast de uitkering loont weer, althans in mijn geval.

Van maandag tot donderdag

Dat ik weer werk heb, heeft zoveel invloed op mijn leven; het brengt me ontzettend veel. Mijn werk geeft me structuur én financiële ruimte én ik draag een mooi steentje bij aan de samenleving. Toen ik vrijwilligerswerk had, deed ik ook veel, maar was het wat chaotischer, omdat ik zelf mijn tijd kon invullen. Nu heb ik van maandag tot en met donderdag gewoon dingen te doen. Deze structuur helpt mij. En het contact met collega’s: je hebt meer aanspraak, je staat niet alleen.

Voordat ik begon dacht ik: 24 uur, hoe moet ik dat bolwerken? Maar nu, een jaar later, merk ik dat het me veel meer energie geeft dan het me kost. Mijn ervaring is: je kunt meer dan je denkt. Het is ook gewoon durven ervaren.

Een belangrijke bijzaak

FNO vind ik een heel fijne werkgever. Je kunt het hebben over inclusiviteit, maar bij deze organisatie zit het echt in het bloed. Vanaf het begin hebben mijn collega’s de vraag gesteld: wat heb je nodig om je werk goed te kunnen doen? En het was vanzelfsprekend dat ik die dingen kreeg. Zo heb ik een vergrotingsprogramma op mijn laptop.

Zonder dat vergrotingsprogramma kan ik niet werken. Ik heb het nodig. Maar het is niet zo dat ik door mijn slechtziendheid of slechthorendheid een project beter kan beoordelen. Ja, mijn beperkingen zorgen ervoor dat ik wat ervaring heb in het hebben van beperkingen. Maar voor Klein Geluk heb je naar mijn mening sowieso een dosis inlevingsvermogen nodig.

Maar een kritische blik is ook belangrijk. Dat zijn twee dingen die bij mij passen en die niet afhankelijk zijn van mijn beperkingen. Mijn beperkingen zijn dus een… tja, een belangrijke bijzaak. Ik ben ervan overtuigd dat ik ben aangenomen op wat ik kán. Ik denk zelf ook altijd: wat is er wél mogelijk?

Wat mensen wél kunnen

Met TeamX zou ik dat stukje FNO willen overbrengen op andere organisaties. Ja, het is een team met mensen die een beperking hebben, maar belangrijker is dat de beperking hen niet in de weg staat om het werk perfect voor elkaar te krijgen. We kijken naar wat mensen wél kunnen. Met TeamX werken we dus tevens aan positieve beeldvorming rondom mensen met een beperking.

Ik verheug me erop om in TeamX samen te werken met collega’s met allemaal verschillende talenten, kwaliteiten en ervaringen, en met elkaar tot mooie resultaten te komen.’

Nieuwsgierig naar TeamX?