‘Ik vind het zo gezellig, een kindje. Het is intensief ja, die verhalen ken je. Maar hoe leuk het is, hoe verrijkend. Ik ben blij dat ik dat mag ontdekken. Ik ben Sifra, dertig jaar oud, getrouwd met Arjen en inmiddels een jaar moeder van een dochter.

Liedjes van hoop

Ik werk in de mediawereld en daarnaast schrijf ik liedjes. Doorbreken klinkt wel intens, maar ik wil heel graag een achterban van luisteraars creëren. Vooral omdat ik geloof dat je juist door muziek heel goed een boodschap kan overbrengen. En die boodschap is bij mij: mensen aanmoedigen en hoop geven. Als iets op mijn hart geschreven zou zijn naar anderen toe, dan is dat: geloof in jezelf, je komt er wel en het is helemaal oké om dat samen met anderen te doen en met vallen en opstaan. Het klinkt misschien een beetje cliché, maar ik denk dat ik daar wel het bewijs voor ben.

Reis naar heelheid

Ik ben een reis aan het maken naar een stukje “heelheid”. In mijn eerdere verhaal had ik het over autonoom kiezen en jezelf zijn. Dat blijft altijd een reis, denk ik. Hoe word je jezelf, wie ben je eigenlijk? Maar daar kom je soms juist achter door fouten te maken en daarvan te leren. En dat durfde ik niet. Ik merk dat ik de neiging heb dingen nog steeds veel te goed te willen doen, ook als moeder.

Maar tegelijk merk ik dat ik al een hele reis heb afgelegd, na mijn onveilige jeugd en mijn pestverleden. Ik was vroeger heel bang dat ik nooit echt gelukkig kon zijn met iemand of dat ik geen goede moeder zou worden. Ik ben dankbaar dat ik daar nu anders naar kijk. Ik denk dat iedereen daartoe in staat is, met de juiste hulp, door het tijd te geven, door te durven falen en door dingen te durven voelen.

Sterk samen

Vijf jaar geleden vond ik het heel spannend om te trouwen. Ik weet nog hoe bang ik daarvoor was. Mijn man bood veiligheid en stabiliteit, maar ik was de hele tijd aan het wegrennen. Hij heeft laten zien: hé, ik ren niet weg van jou, en dat heeft me uiteindelijk geholpen me aan hem te hechten. We zijn nu echt sterk samen.

Ik leerde hem kennen bij een christelijk evenement. Het was geen liefde op het eerste gezicht. Het was, eerlijk gezegd, het omgekeerde. Achteraf is het heel grappig. Wij zouden elkaar echt niet hebben uitgekozen, maar soms kiest iets anders voor jou. Ik zie dat als God. Andere mensen misschien als lot, maar het is eigenlijk niet heel anders, denk ik. Uiteindelijk zijn we na een jaartje al getrouwd.

Het bewijs

In de tijd dat ik mijn man leerde kennen, ging de hele boel mis. Ik ben toen in een burn-out beland. Het was de climax van jaren opgekropte dingen. Mijn burn-out leverde ook veel lichamelijke ongemakken op. Arjen heeft toen echt voor me gezorgd. Dat was voor mij het bewijs: hij laat me niet in de steek als het heel moeilijk is. Hij heeft ook veel meegemaakt vroeger. We zochten samen hulp, want we wisten: wij gaan dit zonder hulp niet goed kunnen. Dus we hebben relatietherapie gehad en daarnaast heb ik een psycholoog gezocht.

Opa en oma

Je hoeft geen slachtoffer te zijn van je omgeving of je verantwoordelijk te voelen voor anderen. Ik heb met mijn moeder heel vaak gedacht: als zij niet gelukkig is, dan ben ik dat ook niet. Terwijl er eigenlijk voor jou moet worden gezorgd.

Toen ik zwanger was miste ik ouders om me heen. Het was levende rouw waar ik mee te maken kreeg. En ik dacht: hoe gaat de relatie zijn met opa en oma? Maar ook: hoe wil ík het, wat heb ik nodig? De deur naar hen blijft altijd open, maar we hebben onszelf kunnen omringen met mensen die die rol ook kunnen hebben voor onze dochter. Die vrolijk en bemoedigend zijn. Dat zíj niet het gevoel heeft tot last te zijn of dat ze voor een ander moet zorgen. Ik ben dankbaar dat ik mijn kind dat wel kan geven. Dat haar ouders echt van elkaar houden en dat haar basis oké is. Dat ik haar kan geven wat ik zelf heb gemist aan ruimte en veiligheid.

Supergroot taboe

Die levende rouw gaat denk ik nooit weg, Maar daar word ik, merk ik, steeds meer oké mee. Ik durf het nu ook te delen met mensen. In het christelijke wereldje ligt nog een supergroot taboe op dit onderwerp. Want vanuit het geloof zijn er regels: je moet je ouders eren. Ja, maar je ouders mogen je ook veiligheid, rust en ruimte bieden. Dat is iets wat twee kanten op gaat.

Mijn psycholoog zei tijdens de intake: “Jij bent echt een KOPP-kind.” Het werd eindelijk benoemd. Het is vaak heel onzichtbaar, omdat het emotioneel misbruik is. Dat zie je aan de buitenkant niet. Er zijn veel gezinnen waar dit soort dingen spelen.

Op de kaart gezet

Ik wil me inzetten voor KOPP-kinderen. Omdat ik mezelf ongezien heb gevoeld en heel erg die drempel voelde van: mag ik wel hulp vragen? Maar hulp zoeken is oké. Er is veel meer dan de werkelijkheid waarin jij bent opgegroeid en jij bent ook groter dan dat waar je uitkomt. Je bent niet het verleden. Er is een heden, en een weg naar een hoopvolle toekomst.

Ik ben gaan googelen en kwam uit bij Team GeestKracht. In 2020 ben ik erbij gekomen, en als je terugkijkt, hebben we al best veel kunnen bereiken. Dat vind ik heel tof. We hebben initiatieven beoordeeld en gekeken van: hé, waar zou ik behoefte aan hebben? Daarnaast hebben we echt onderwerpen op de politieke agenda gezet.

Mijn stem

Ik hoop dat ik me in de toekomst hier nog meer voor kan inzetten, vooral binnen christelijk Nederland. Ik vind het belangrijk om een stem te zijn. Vanuit mijn geloof denk ik dat iedereen een bepaald talent in zijn DNA heeft zitten. Ik merk bij mezelf steeds meer: dat is mijn stem. Dat is zingen, een stem zijn voor anderen, dingen benoemen. Dat vind ik tof om te ontdekken.’

'Ik geloof dat er voor iedereen hoop is.'