Leerexpedities

‘Toen kwam de subsidiemogelijkheid van FNO voorbij. Dat was precies wat we zochten: hoe ga je samen met de doelgroep aan de slag om te zorgen dat je aanbod beter aansluit? Wij hebben ons tevens gericht op de vragen: hoe krijg je de professionals beter betrokken en hoe zorg je dat ze meer doorverwijzen naar aanbod dat geschikt is?

We hebben de professionals bij elkaar gebracht en getraind in “leerexpedities”. Daarin gaf expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos antwoord op vragen als: “Hoe ga je om met laaggeletterden en mensen uit andere culturen?” En ook heel belangrijk: “Hoe ga je met ouders het gesprek aan over een gezond gewicht?” De leerexpedities zijn breed uitgezet en we geven de cursus nog steeds regelmatig aan nieuwe professionals.’

Ontwikkel je aanpak samen met professionals en bewoners. Een gezonde omgeving, dat doe je met z’n allen.

Gezondheidsnetwerken

‘Tegelijkertijd begonnen we met het werken in netwerken. We hebben een verdeling gemaakt op basis van de zes Jeugdteams in Zaanstad. We hebben nu vijf netwerken voor vijf gebieden in de stad. Jongerenwerkers, opbouwwerkers, jeugdverpleegkundigen, pedagogen, buurtsportcoaches, diëtisten, fysiotherapeuten, huisartsen, leerkrachten én bewoners zitten allemaal in zo’n netwerk. Het thema is gezond opgroeien in de breedste zin. Gezond gewicht is daar altijd onderdeel van. In sommige netwerken is de psychische gezondheid van jongeren en kansrijk opgroeien een speerpunt.

De gezondheidsnetwerken zorgen voor laagdrempelige samenwerking en doorverwijzingsmogelijkheden voor professionals en bieden zo ondersteuning aan gezinnen op het gebied van een gezonde leefstijl.’

Complex

‘We zijn in de cursus ZaansFit meer aandacht gaan besteden aan opvoedingsvaardigheden en zelfvertrouwen. Maar ZaansFit is een tijdelijke interventie en niet voor iedereen de oplossing.

De gemeente Zaanstad heeft samen met zeven andere gemeenten het landelijke model ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas helpen ontwikkelen. Binnen dit model kijken we heel breed naar overgewicht. Als er in een gezin veel problemen zijn, zul je die eerst of ook moeten aanpakken. Door stress weg te nemen bij ouders ontstaat er meer ruimte om te werken aan een gezonde leefstijl.

We hebben dus drie dingen tegelijk gedaan: de leerexpedities voor de professionals, het opbouwen van de gezondheidsnetwerken en het invoeren van de ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas.’

Centrale zorgverleners

‘We hebben specialisten opgeleid, de “centrale zorgverleners”. Dit zijn jeugdverpleegkundigen en pedagogen die werken bij GGD Zaanstreek-Waterland. Zij coördineren de zorg rond een gezin en bouwen een vertrouwensband op. Een professional uit het gezondheidsnetwerk (bijvoorbeeld een jeugdverpleegkundige, huisarts, school, jeugdteam of kinderarts) schakelt hen in. De centrale zorgverlener kijkt samen met kind en ouders wat er nodig is. Dat kan zijn een diëtist, fysiotherapeut of sport in de wijk, maar ook schuldhulpverlening of gezinscoaching.’

Een koor wil met elkaar zingen, maar er moet een dirigent zijn.

Uitdagingen

1. ‘Er was een tijd wat onrust doordat Sociale Wijkteams wisselden door aanbesteding. Wat hielp was regelmatig bij elkaar blijven komen.’

2. ‘Andere organisaties en bepaalde sectoren binnen de gemeente hebben het thema gezondheid nog niet altijd op het netvlies. De acute (zorg)vragen gaan voor. We moeten het belang van een gezonde leefstijl blijven agenderen.’

3. ‘We willen de gezondheidsnetwerken ook overeind houden als de subsidiëring is afgelopen. Een koor wil met elkaar zingen, maar er moet een dirigent zijn: je hebt een coördinator nodig. Tot nu toe ben ik dat; in sommige wijken hebben we iemand van een andere organisatie gevonden. Uiteindelijk willen we alle opgebouwde netwerken behouden om andere gezondheidsthema’s, zoals eenzaamheid en roken, een platform te bieden.’

Succes

‘De samenwerking binnen de gezondheidsnetwerken gaat beter dan ik had gehoopt. De professionals waarderen het erg dat ze elkaar regelmatig zien. Ze leren elkaar echt kennen en kunnen daardoor beter met elkaar samenwerken. Door de contacten in de netwerken komen we veel makkelijker binnen bij groepjes ouders die al samenkomen, bijvoorbeeld om de taal te leren. We kunnen aansluiten bij wat per groep belangrijk wordt gevonden.

De vijf centrale zorgverleners in Zaanstad krijgen zoveel kinderen doorverwezen, dat ze het haast niet aankunnen. Ouders zijn unaniem heel erg tevreden. Zo’n succes hadden we niet verwacht.’

Tips

1. ‘Draagvlak op de werkvloer is belangrijk, maar vergeet niet ook draagvlak te creëren op managementniveau en bestuurlijk niveau.’

2. ‘Betrek een kernteam bij de start van je netwerk, zodat het netwerk zo veel mogelijk kans heeft overeind te blijven na de projectperiode.’

3. ‘Plan je netwerkbijeenkomsten op het juiste moment: eind van de middag of begin van de avond, inclusief avondeten (belangrijk!). Maak er iets speciaals van.’

Een kijkje in de keuken – van projectleiders voor projectleiders

In deze serie laten we projectleiders aan het woord. Zij vertellen over hun project, hun ervaringen en uitdagingen. Het zijn persoonlijke verhalen, vol met leermomenten, inzichten en praktische tips.

FNO stimuleert projecten met financiering én door het samenbrengen van partijen en het verzamelen en delen van kennis. Wil jij ook een kijkje geven in jouw keuken? Laat het ons weten!

 

Fotografie: Titia Hahne