Onderwijs en een chronische aandoening: lessen uit de coronacrisis

Datum

25 juni 2020

Onderwijs en een chronische aandoening: lessen uit de coronacrisis

De Tweede Kamer heeft in juni in een drietal Algemeen Overleggen gesproken over het onderwijs en de coronacrisis. Op 17 juni werd het basis- en voortgezet onderwijs besproken, op 18 juni volgde het mbo en op 24 juni kwam het hoger onderwijs aan bod. JongPIT (voorheen Jongerenpanel ZeP, All of Me en ECJP) vindt het van groot belang om te leren van de negatieve én positieve effecten van de crisis op het onderwijs voor jongeren met een chronische aandoening. We waren dan ook aanwezig bij alle AO’s en hebben tevens een inbreng geschreven voor de debatten.

In alle onderwijslagen merken we dat afstandsonderwijs kansen biedt. Kinderen en jongeren met een chronische aandoening kunnen nu vaak zonder problemen thuisonderwijs volgen en dat was voorheen vaak anders. We horen van veel jongeren dat ze het prettig vinden om niet te hoeven reizen, omdat ze zo meer energie overhouden voor het daadwerkelijke onderwijs. Ook is het fijn om even geen uitzondering meer te zijn.

We vinden het belangrijk dat het maatwerk en de flexibiliteit die nu mogelijk blijken in de toekomst blijven bestaan. Ook is het van groot belang dat het afstandsonderwijs aan bepaalde randvoorwaarden voldoet/gaat voldoen. De toegankelijkheid van het onderwijs zou moeten toenemen, en niet onbedoeld minder worden, zoals nu soms het geval is. Onze belangrijkste punten en aanbevelingen voor de politiek kun je hieronder lezen.

 

Basis- en voortgezet onderwijs

Gebruik ervaringen voor inclusief onderwijs en betrek jongeren structureel bij beleid.

Waar maatwerk en onderwijs thuis en online vroeger niet of nauwelijks konden, bleek er nu opeens veel mogelijk. Helaas merken we dat de heropening van scholen vaak betekent dat zij weer ‘terug naar normaal’ gaan. De geleerde lessen moeten niet alleen worden gebruikt in het thuiszittersoverleg; ze moeten worden gebruikt om inclusief onderwijs vorm te geven. Samen met kinderen en jongeren met een chronische aandoening.

‘Ik vind het jammer om te zien dat op veel scholen het terugkeren van het fysieke onderwijs ook betekent dat het online onderwijs vergeten wordt. Want, zeggen ze, nu docenten weer voor de klas staan, hebben ze geen tijd meer om leerlingen digitaal toe te spreken en online lessen te geven. Een groot deel van de nieuw opgedane kennis over digitaal onderwijs wordt ineens niet meer benut.’ – Lauren (18 jaar)

Verder hebben we naar aanleiding van de welkome oproep van de minister-president om als jongeren van ons te laten horen de vraag gesteld hoe de politiek jongeren structureel gaat betrekken en hun input gaat meenemen in beleid.

 

Mbo

Behoud flexibel onderwijs, maak werk van een passend stage-aanbod en zorg voor positieve beeldvorming.

De inbreng voor het AO mbo schreven we samen met Ieder(in), Balans, SH-Jong, Stichting Studeren & Werken Op Maat en JOBmbo.

De coronacrisis heeft gezorgd voor meer onderwijs en begeleiding op afstand. Studenten met een chronische aandoening hebben daar veel baat bij gehad. We pleiten er dan ook voor dat deze flexibilsering en digitalisering blijven bestaan.

Veel studenten met een chronische aandoening kost het extra moeite om een stageplek te vinden. We vrezen dat dit door de coronacrisis nog moeilijker zal worden. We willen daarom dat er bij de erkenning van leerbedrijven gekeken wordt naar toegankelijkheid voor studenten met een beperking: een erkenning ‘inclusief leerbedrijf’. De minister gaat aan de slag met deze erkenning!

Meer dan de helft van de studenten met een beperking in het mbo heeft last van onbegrip en vooroordelen van medestudenten en docenten. Veel leed kan worden weggenomen als ontmoeting, gesprek en reflectie op een structurele manier worden geborgd.

 

Hoger onderwijs

Maak afstandsonderwijs toegankelijk voor iedereen en leer van successen.

De inbreng voor het AO hoger onderwijs schreven we samen met Ieder(in), Balans, SH-Jong, LSVb en VED.

Afstandsonderwijs biedt kansen voor studenten met een chronische aandoening die niet alle colleges kunnen bijwonen. Veel studenten met een beperking geven echter aan zich tijdens de coronacrisis meer belemmerd te voelen dan normaal. Onder studenten met bijvoorbeeld autisme, concentratieproblemen of angstklachten is er een sterke behoefte aan persoonlijk contact. En voor dove en slechthorende studenten zijn hulpmiddelen bij afstandsonderwijs even onmisbaar als bij fysiek onderwijs.

We kunnen veel leren van succesvolle aanbieders van flexibel onderwijs. Dankzij de ongekende schaal waarop afstandsonderwijs werd ingezet, zijn de voordelen en de verbeterpunten meer dan ooit zichtbaar. Dit biedt het onderwijs de kans om in nauwe samenwerking met studenten(organisaties) het beste van beide werelden te combineren. Met als resultaat dat straks élke student zonder belemmeringen hoger onderwijs kan volgen.